Bericht van de Fûgel- en Natoerbeskermingswacht

Elk jaar doen vrijwilligers van de Wacht mee aan de Himmeldei. Dan wordt met een boot met buitenboordmotor de oostoever van de Burgumer Mar afgezocht naar rommel in de oever en op het bûtlân. Zo ook dit jaar op 9 maart. Het was bar weer: harde wind, kou en regen. Maar afspraak is afspraak en het broedseizoen (vanaf 15 juni) is in aantocht. Het opruimen begint bij de pier van het Prinses Margrietkanaal. Daar beginnen we al een afvalzak te vullen. Opvallend veel shagzakjes, lege waterflesjes, een groot stootkussen, een autoband en een kapotte surfplank.

Na het Pieter Jehannesgat valt op dat er in het gemaaide rietland veel plastic stukgemaaid of -gereden is zoals oude emmers, jerrycans en allerlei plastic drink- en andere flessen. Wordt allemaal maar meegenomen. Kennelijk is het een te grote moeite om dit zelf op te ruimen. De boot is nu al aardig vol want ook een tweede autoband en opnieuw een kapotte surfplank. Een volle tweede afvalzak erbij. Gelukkig hebben de vrijwilligers waadpakken aan en hoeft er dus meestal niet door het riet tegen de oever aan gevaren worden. Nog even en de boot is te vol om er nog mee te kunnen varen. In de oever van het deel bij de Borstleane vinden we opnieuw een oude surfplank, zeker nog vier oude emmers en divers plasticspul: drinkflesjes, shag- en andere verpakkingen en jerrycans. De boot is nu vol. Vlakbij de zwemplek van Eastermar drijft in het riet nog een plastic tafel met één poot er nog aan. Die kan er nog wel bij. Langs de Lits richting het dorp komt er nog wat klein goed bij dat nog net in de derde afvalzak kan. We varen tenslotte verkleumd en koud naar de haven en lossen al het spul bij het anker aan de Achterweg.

Thuis is de constatering dat het elk jaar erger wordt met de rotzooi in het natuurgebied. Maar ook dat veel afkomstig is van de waterrecreanten en van het recreatieterrein aan de overkant van de Burgumer Mar. Nog even en de vrijwilligers kunnen de rotzooi niet meer aan. Om de schade aan natuur en landschap nog maar niet te noemen. Ligt hier niet een taak voor ons dorpsbelang en ondernemersvereniging?

Opgetekend door het bestuur van de Wacht

himmeldei

Oar doarps- en ferieningsnijs:
Ek nijsgjirrich: