Je loopt of fietst een Dam Jaarsma fiets- of wandelroute Sagen jagen door de Fryske Wâlden. Welkom in het land van Dam Jaarsma en de volksverhalen!

In de folder staan drie Friestalige verhaaltjes. Mooie taal, dat Frysk. Maar wat staat er nou precies? Lees hieronder.

It famke op it tsjerkhôf - Het meisje op het kerkhof

Er werd eens door de jeugd een weddenschap gehouden met een jong meisje. Dat moest ’s nachts naar het kerkhof gaan om daar een stok in het graf te steken van een bepaalde persoon, dan zou ze een geldsom krijgen. Ze ging er heen in de nacht. Maar vroeger droegen de vrouwen lange rokken. Toen ze de stok in de grond wilde steken, stak ze de stok door de zoom van haar jurk in het gras. Ze stierf van schrik. Ze heeft vast en zeker gedacht dat ze werd vastgehouden. De volgende ochtend lag ze dood op het kerkhof. 

De krúsferskining yn Surhuzum - De kruisverschijning in Surhuizum

Wanneer kruistochtprediker Olivier van Keulen in 1214 in Surhuizum arriveert, klinkt het geluid van hamer, zaag en troffel. Na de bouw van de kerktoren bouwen de timmerlui een stenen kerk. De nieuwe kerk ligt, net als de toren, op een verhoging in het landschap zodat men in de toekomst geen last meer heeft van overstromingen van de Lauwers.

Op het kerkhof roept Olivier de mannen op voor de kruistocht. Tijdens zijn prediking ziet men naast de kerktoren een blauw kruis aan de hemel verschijnen. Zijn prediking blijft niet zonder vrucht. Drie jaar later vertrekt een kruisvaardervloot vanaf de Lauwerszee naar het Heilige Land. Zo’n tachtig koggen met Friezen uit de omgeving van Bedum, Surhuizum en Dokkum vertrekken voor een overzeese kruistocht naar Damiate. De Friezen brengen een kruisleger van zo’n 8.000 man op de been. 

De kolk - De kolk

Er was eens een vrouw, die een hekel kreeg aan haar man. Ze wilde hem wel dood hebben. Maar de man kreeg dat in de gaten. Hij dacht: “Jou zal ik krijgen”. Op een keer zei hij tegen haar: “Ik wil mezelf verdrinken, maar dan moet jij me helpen”. Toen ging hij aan de kant van de kolk staan en hij zei tegen zijn vrouw: “Nu moet jij mij een duw geven”. Toen nam dat mens een aanloop. Toen ze bijna bij hem was stapte hij gauw opzij en ze kwam in de kolk terecht waar ze verdronk.